Het favoriete museum van Pascale Marthine Tayou en Jo De Visscher
Wie graag de mening over musea van Pascale Marthine Tayou en Jo De Visscher te weten wil komen, moet dit even lezen.

We kregen de gelegenheid om dit creatieve powerkoppel aan de tand te voelen over musea. Pascale Marthine Tayou is internationaal bekend als beeldend kunstenaar en ontwerpster Jo De Visscher mocht onlangs de tiende verjaardag van haar succesvolle modelabel jodevisscher vieren.

Wat is je favoriete museum in België en waarom?
Jo: Het ModeMuseum in Antwerpen. Ik vind het fantastisch hoe voor elke tentoonstelling de opbouw van het museum volledig wordt veranderd in functie van de scenografie. Je komt precies telkens in een andere wereld terecht. De opstelling van de stukken is ook heel fijn: je kan er vaak zo dichtbij komen dat je ze bijna kan aanraken. Ik werk zelf in de mode, dus voor mij is het heel interessant om van zo dichtbij kledingstukken van andere ontwerpers te zien. Het is enorm verrijkend om te kunnen waarnemen hoe een bepaalde afwerking of een bepaalde snit in elkaar zit. De onderwerpen van de tentoonstellingen vind ik ook altijd heel interessant, zeker als er gewerkt wordt met stukken die uit het archief komen. Wanneer krijg je anders de kans om die te zien? Het is soms echt maf om na te gaan hoe technieken van honderd jaar geleden in hun werk gingen.
Pascale: Mijn favoriete museum is de stad Gent. Ik hou van mensen en hoe ze zich voortbewegen in de stad. Hoe ze met elkaar interageren. Ik heb evenwel niet enkel aandacht voor waar mensen over praten, maar ook voor minder evidente zaken. Momenteel zoek ik naar hoe vandaag te praten over morgen, alsof morgen al in het verleden ligt. Als creator is het belangrijk om een uitdaging op te stellen en te spelen met simpele elementen.

Voor jou is de stad dus een museum, omdat het je inspireert?
Pascale: Ja. Het is een plek die een museum vormt voor mij, maar ook mijn atelier en de plaats waar ik woon. Het is mijn centrum van de wereld. Ik zoek naar mijn plaats binnen deze plek. Het draait voor mij niet om het museum als instelling, want het museum is slechts eens ruimte. Mensen interesseren mij veel meer. Alles waarnaar ik kijk en iedereen die ik ontmoet zijn speciaal voor mij. Daarvoor hoef ik niet in een museum te komen. Ik kan zeggen dat ik het S.M.A.K. leuk vind of BOZAR of het M HKA. Ik hou van al deze musea, want ze hebben elk hun eigen identiteit. Maar en dan? Vinden mensen het zo belangrijk wat ik prefereer?
Jo, wat is je favoriete expo geweest in het ModeMuseum?
Jo: De tentoonstelling The Russians van A.F. Vandevorst in 2005 was heel interessant. Hiervoor leenden ze kledingstukken van het State Historical Museum in Moskou. Daarrond hadden ze grote Matroesjka’s uit doorzichtig plastic gezet. Aangezien dit museum decorstukken van tijdelijke tentoonstelling verkoopt, hebben we achteraf zelfs zo’n Matroesjka gekocht. Yohji Yamamoto – Dream Shop in 2006 was toch ook een bijzonder interessante tentoonstelling. Deze designer hanteert zeer moeilijke en ingewikkelde patronen, wat mij – zelf patroontekenaar zijnde – doet nadenken.


Bezoek je bij voorkeur tijdelijke tentoonstellingen of net vaste collecties?
Jo: Wanneer ik in het buitenland ben, dan zou ik toch teleurgesteld zijn mochten we de vaste collecties niet zien. Als ik bijvoorbeeld naar Londen ga, dan spring ik toch wel graag het Tate Modern binnen om de Rothko’s te bekijken. Maar hier in België ga ik liefst naar de tijdelijke expo’s.
Pascale: Ik ga graag naar alles. Het publiek moet gaan kijken naar waar ze echt in geïnteresseerd is. Er is zoveel om uit te kiezen.

Loop je de museumshop al eens binnen?
Jo: Ja, dat doe ik graag. (lacht) Ik vind het leuk om te snuisteren tussen toffe boeken of designspullen of hebbedingen. We zijn daar meestal eigenlijk redelijk lang. Pascale ook!
Pascale: En de museumcafés met boterhammen en drankjes. (lacht) Ik apprecieer museumshops, omdat ze balanceren tussen “echte kunst” en “fake kunst”. Alles wat in het museum hangt is natuurlijk ontzettend duur, maar de reproducties kan je zo mee naar huis nemen. Kunst is tenslotte gemaakt om te beleven – en om mee te leven. Soms is de museumshop zelfs mijn favoriete ruimte, omdat er zoveel te ontdekken valt en omdat het meer aandoet als het normale, dagelijkse leven.
Van welk museum dat deelneemt aan museumPASSmusées zou je zeggen dat bezoekers het zeker niet mogen missen?
Jo: De Plantentuin in Meise. Ik heb dat nog niet zo lang geleden ontdekt en eigenlijk is het wel een interessante plek. Bij goed weer kan je er fijn wandelen en genieten van de rust. Het is een perfecte daguitstap. Dus ik vind het leuk dat De Plantentuin ook op de lijst van de museumpas staat.

Wat is je favoriete expo ooit geweest?
Pascale: Ik heb geen favoriete tentoonstelling. Dergelijke vragen worden mij vaak gesteld, maar ik focus niet op die manier op kunst. Ik vind het niet nodig om dat bij te houden. Je zou kunnen zeggen dat als mijn favoriete museum de stad en haar bewoners zijn, dat mijn favoriete expo de Carrefour of de Colruyt is. (lacht) Ik kan natuurlijk ook zeggen dat ik hou van shows van Tuymans of iemand anders, maar eigenlijk vind ik alle creators belangrijk.
Jo: We zijn in Kameroen eens naar een tentoonstelling geweest waar we niet vrij mochten rondlopen, maar waar we van buste tot buste begeleid werden door een soort privé-gids die veel te vertellen had. Of dat mijn favoriete expo ooit was weet ik nog zo niet, maar ik ben het wel nog niet vergeten. (lacht)
Mocht je zelf een museum mogen ontwerpen, hoe zou het eruit zien?
Jo: Ik vind het wel leuk wanneer er allemaal kleine kamers zijn zoals in het Huis van Alijn. Ook heb ik graag een duidelijke route, zodat je vlot alles gezien hebt. En aangezien ik restaurateur ben van opleiding, vind ik het ook belangrijk dat je zowel van ver als van heel dichtbij naar een werk kan kijken. Wat ook belangrijk zou zijn, is dat er niet teveel volk tegelijk rondloopt. Ik zou dus misschien een systeem bedenken waarmee er maar een bepaald aantal mensen per dag binnen kunnen, zodat iedereen in alle rust naar de werken kan komen kijken.
Pascale: Dit (gebaart naar atelierruimte) is mijn eigen museum. Mensen moeten er zich comfortabel voelen alsof het hun eigen ruimte is. Wat ook ontzettend belangrijk is voor mij, is diversiteit. Ik ben afkomstig uit Afrika en leef in Gent, en ik wil de mogelijkheid creëren om mijn Afrika te tonen aan mijn nieuwe familie. Identiteiten, continenten en verschillen samenbrengen is niet zo simpel, dus via mijn museum zou ik een brug leggen tussen mijn wortels en mijn nieuwe context. Daarnaast zou ik ook willen tonen wie ik was voor mensen “Pascale Marthine Tayou de kunstenaar” leerden kennen. Met andere woorden, mocht ik de kans krijgen een eigen museum te bouwen, dan zou ik uitzoeken hoe ik het beste van mezelf kan geven aan het publiek.
 Michiel Devijver (15) - Huis van Alijn.jpg)