selectieMCMpanelgesprek1-v1

De klas van ‘26: deze musea maken zich klaar voor de (her)opening

Over nieuwe visies, ambities en uitdagingen

Onze wereld is continu in verandering. Hoe blijf je als museum relevant? Niet alleen vandaag, maar ook in de jaren die volgen? We gingen erover in gesprek met vier musea die in 2026 hun deuren (her)openen: BRUSK in Brugge, het Museum van Elsene, KANAL in Brussel en het Design Museum Gent. Dit is hoe zij het museum van de toekomst zien. 

Tip van de dag: communiceer nooit (te vroeg) je openingsdatum

Claire Leblanc, directeur van het Museum van Elsene, zegt het al lachend, maar de andere panelleden knikken vol erkenning. “We hebben onze openingsdatum tot onze spijt al enige keren verschoven", vertelt Claire. “We zijn al 7,5 jaar bezig en in principe zou je kunnen blijven gaan. Er zijn altijd nog dingen om over na te denken, dus zijn we steeds voorzichtiger met zo’n concrete datum.”

Ook de andere musea kijken met een bang hartje naar die openingsdatum. “Het is best een uitdaging om zo’n gigantisch gebouw neer te zetten, zeker in een historische stad als Brugge”, vertelt Elviera Velghe, directeur van Musea Brugge. “Er is zo ontzettend veel om over na te denken. Hoe positioneer je je en vooral, hoe onderscheidt BRUSK zich van andere musea in Brugge? Daar kruipt allemaal veel tijd in.”

Katrien Laporte, directeur van het Design Museum Gent, haalt de druk een beetje van de ketel: “Het móet ook niet allemaal af zijn. Je kan je museumcafé perfect wat later openen en je blijft voortdurend testen wat werkt en wat niet. Als je dat in je achterhoofd houdt, gaat de stress misschien wat liggen.”

Van museumgebouw naar third place

Het museum van de toekomst, hoe ziet dat er dan uit? Alle panelleden benadrukken dat een museum al lang geen passieve plek meer is, waar je gewoon naar kunst kan kijken. Vandaag moet een museum een third place zijn, waar bezoekers elkaar ontmoeten en in dialoog gaan. Ook voor Dieter Vanthournout, directeur communicatie van KANAL, is dat zo. “KANAL is een enorm gebouw, dus denken we na hoe het in dienst kan staan van zijn omgeving ”, vertelt hij. “In KANAL komen mensen om allerlei redenen langs, want er zit bijvoorbeeld ook een cinema en een bakkerij. Door kunstwerken in de inkomhal te plaatsen, komen bezoekers toch al in contact met kunst. Zelfs al was dat misschien niet hun bedoeling.”

Ook het Design Museum Gent wil zo’n plek worden. “In de projectdefinitie hebben we gezegd dat we een community sense museum willen zijn”, vertelt Katrien. “De burger moet het gebouw kunnen gebruiken. Zo is een deel van ons museum, DING, bijvoorbeeld gratis toegankelijk. Daar gaan verschillende partners activiteiten programmeren en dat brengt ook een heel ander publiek binnen. Heel interessant voor ons, want zo kunnen we heel wat verschillende mensen warm maken voor design.”

“Iedereen wil tegenwoordig zo’n third place zijn”, zegt Elviera. “Ook bij BRUSK is dat zo. Onze Brugse musea krijgen veel buitenlandse toeristen over de vloer, maar met BRUSK willen we ook de Bruggelingen zelf dichterbij trekken en herhaalbezoeken stimuleren. Mispak je niet, zo’n ontmoetingsplek creëren is heel hard werken. Denk dus goed na waar je je middelen voor inzet en zoek naar de juiste partners. Dit is echt een mooie kans om het DNA van je organisatie opnieuw vorm te geven.”

08_atelier_kanal_kanal_showroom_a_friday_afternoon_in_october_lr

Simulatie van de showroom die deel uitmaakt van de gratis publieke ruimte ©Atelier Kanal

Stadskamer

©Design Museum Gent

https___www.museabrugge.be_objects_production_general_BRUSK_Gelijkvloers_Musea-Brugge

©BRUSK

De bezoeker als co-creator

Geen top-down-verhaal meer. In de musea van de toekomst heeft het publiek (mee) de touwtjes in handen. In het vernieuwde Museum van Elsene is dat het belangrijkste uitgangspunt: “We gaan het museum in een hedendaagse context plaatsen, zonder de ziel te verliezen”, vertelt Claire. “ We tonen nog steeds moderne kunst, maar verpakken het anders. Via multiperspectivisme, bijvoorbeeld, waarbij bezoekers zelf kiezen wie hen gidst. Want je kan op zo veel verschillende manieren naar één object kijken.”

“Vroeger dachten museummedewerkers vooral na over wat ze mensen kunnen leren”, vult Katrien aan. “Nu gaan we ten rade bij het publiek. Voor onze eerste expo, Redesigning Democracy, hebben we bijvoorbeeld een burgerpanel georganiseerd en hen gevraagd wat zij vinden dat wij moeten doen om een toegankelijk museum te zijn.”

“Ook wij proberen het publiek al zo veel mogelijk te bevragen”, bevestigt Dieter. “Zo polsten we naar wat hun informatiebronnen zijn en kwamen we tot de conclusie dat niet alles altijd zo digitaal moet zijn. De honderden QR-codes vervangen we in ons museum dus door tekst. Niet gewoon een tekstje van de curator, zoals vroeger, maar een tekst die we samen vormgeven met het publiek.”

Bezoekers betrekken, hoe doe je dat dan?

Allemaal goed en wel, maar hoe begin je aan zo’n third place? Hoe maak je bezoekers deel van je museum? Bij Claire heeft dat onderzoeksproces twee jaar geduurd: “Wij hebben een professionele organisatie ingeschakeld om ons daarmee te helpen”, vertelt Claire. “We hebben eerst een half jaar ons eigen publiek bevraagd en hebben dan anderhalf jaar in de diepte gegraven naar de verwachtingen van potentiële bezoekers. Daar hebben we onze hele strategie rond gebouwd.”


“Wij hebben gemerkt dat de coronapandemie daar ook toe heeft bijgedragen”, vult Katrien aan. “Zo begonnen we na te denken over onze rol in de stad en nu trekken we de wijken in met verschillende projecten en sensibiliseren we bijvoorbeeld de buurt rond ons circulair gebouw. Allemaal stappen om die communitites te bereiken. Wil je nieuw publiek in je museum? Dan moet je met programma’s naar buiten komen die antwoord geven op maatschappelijk relevante vragen. Als je het hebt over thema’s die mensen raken, dan komen ze vanzelf.”

Mijn museumpas
Meld je aan voor de digitale museumpas