Hamza Ouamari is marketeer, expert in diversiteit & inclusie, en auteur van het boek Inclusieve Marketing (2025). Ouamari pleit op museumCONNECTmusées 2025 voor inclusieve marketing: “Als jij en ik naar een schilderij kijken, zien we elk iets anders. Dat komt door onze ‘lasagna-identiteit’.”
Ouamari introduceert ons tot de ‘Lasagne-identiteit’, een smakelijk synoniem voor een gelaagde identiteit of intersectionaliteit. Elk van ons is opgebouwd uit verschillende lagen of identiteiten. Denk aan gender, afkomst, taal, leeftijd, economische status, huidskleur, opleiding, seksuele geaardheid, gezondheid en meer. Al die lagen bepalen hoe we in de maatschappij staan én hoe we discriminatie of privileges ervaren.
Met een intersectionele benadering bekijk je die lagen niet afzonderlijk, maar zie je dat ze allemaal een rol spelen. Zo krijgt iemand bijvoorbeeld niet alleen te maken met racisme, maar ook met uitsluiting op basis van gender of klasse.
Iedereen heeft dus een lasagne-identiteit, en afhankelijk van hoe die is samengesteld, bots je op verschillende muren. De ene ervaring is niet beter of slechter dan de andere. En dat inzicht is essentieel als je als museum inclusief wil communiceren.
Hamza Ouamari daagt Belgische musea uit om verder te kijken dan één identiteit. Zijn boodschap is duidelijk: "Kijk naar hoe al die identiteiten elkaar kruisen en stel jezelf de vraag of je echt genoeg doet voor alle lagen.”
Ouamari merkt vanuit zijn eigen ervaring hoe weinig musea zijn realiteit weerspiegelen. Het probleem is niet dat je op een schilderij de stereotiepe witte Maria of boze Arabier ziet. Het probleem is dat elke museumervaring en elk stukje communicatie is afgestemd op één norm.
Ouamari wijst op drie problemen die zich kunnen afspelen binnen musea:
Ouamari haalt ook nog het belang van interne exclusie aan. Daarmee wijst hij erop dat het personeel binnen culturele instellingen nog steeds vaak overwegend wit is. En als je intern geen divers perspectief hebt, is het ook moeilijk om dat extern te tonen. “You have to start internally, before you can win externally.”
Kortom, inclusieve marketing vertrekt vanuit een breder referentiekader. Pas als dat goed zit, ontstaat er een museumervaring waarin meer mensen zich écht herkennen.
Inclusieve marketing vraagt om een andere manier van denken; één die gelaagde identiteiten erkent. Maar om daar te geraken, bespreekt Oumari eerst enkele misvattingen.
Inclusieve marketing is niet hetzelfde als een diversiteitsbeleid. Met andere woorden: Inclusieve marketing maakt je geen inclusief bedrijf. Denk aan modeketen Zimmerman, die online steun betuigde aan de Black Lives Matter beweging, maar tegelijk producten bleef afstemmen op witte normen. Zoiets valt op voor mensen.
Het is ook geen etnomarketing, waarbij etnische minderheidsgroepen apart benaderd worden, vaak op clichématige wijze. Of tokenisme: enkel een 'divers' gezicht op het einde van je campagne tonen is geen inclusie, maar gemakzucht. En het is ook geen white-, pink- of greenwashing. Dat zijn strategieën waarmee bedrijven zich socialer of milieubewuster voordoen dan ze zijn.
Hamza Ouamari legt uit dat inclusieve marketing een strategie is waarbij je (onbewuste) vormen van uitsluiting uit je communicatie haalt. Je zorgt ervoor dat mensen binnen je doelgroep zich welkom voelen, dat hun waarden en interesses worden weerspiegeld en dat je inspeelt op hun behoeften en prioriteiten.
Belangrijk: je hoeft niet iedereen te bereiken, maar juist binnen je doelgroep zo divers mogelijk zijn. Je erkent en omarmt verschillen, maar focust op verbinding.
Ouamari deelt enkele sterke voorbeelden van inclusieve marketing:
Ouamari sluit af met vijf tips voor iedereen die inclusieve marketing serieus neemt. Of beter: vijf manieren om niét te floppen.
Ouamari sluit nog af met het volgende: “De vraag naar een breder perspectief is geen ontkenning van het jouwe.” Ouamari roept op om intersectionaliteit te erkennen en samenhorigheid te creëren.