Saskia Desmidt © Saskia Desmidt

2 topmusea boordevol poëzie

31 januari 2020

Laat je tijdens de Poëzieweek betoveren door Guido Gezelle en Guillaume Apollinaire.

O krinkelende winkelende waterding! Jawel: onze Belgische musea kunnen je wel degelijk inspireren tot de meest onverwachte poëtische oprispingen. Dat komt goed uit, want nog tot 5 februari is het Poëzieweek.

Wij zochten twee musea uit waar dichterlijke zielen met een museumpas hun hartje kunnen ophalen: het Gezellemuseum in Brugge en het Museum Guillaume Apollinaire in de Abdij van Stavelot.

1) Gezellemuseum in Brugge

O! 't ruisen van het ranke riet!/ o wist ik toch uw droevig lied! Behoeft Guido Gezelle (1830 - 1899) nog introductie? In het geboortehuis van deze Brugse priester en taalvirtuoos kom je alles te weten over het leven en schrijven van Guido Gezelle. Hij bezong in zijn spitse, fijn en vaak humoristische gedichten typisch romantische onderwerpen als de vriendschap, de natuur en de dood. (Zijn laatste woorden waren een gecombineerde ode aan de laatste twee: ‘k Hoorde zo geerne de veugelkens schufelen, zou Gezelle op zijn sterfbed nog gefluisterd hebben... )

Het Gezellemuseum toont handschriften, foto’s en persoonlijke voorwerpen van Gezelle. Wie de inspiratie nog niet direct voelt stromen maakt een winterse wandeling in de prachtige tuin bij het museum - en vergeet niet je innerlijke oren te spitsen voor des dichters schufelen...

2) Museum Guillaume Apollinaire in de Abdij van Stavelot

© ETC, Abbaye de Stavelot/Abdij van Stavelot (Apollinaire, Tout terriblement cheval)

Mi crapaute, ji v’s ainme et vos l’sèpez, Marèïe/ Al rôse, fleûr d’osté, v’s estez, mi fleûr, parèïe. Wist je dat deze liefdesverklaring in het Waals wordt ondertekend door Guillaume Apollinaire, een van de grootste Franse dichters van de twintigste eeuw? Het is een achttienjarige dame uit Stavelot, Maria Dubois, die het hart van de jonge Apollinaire verovert tijdens zijn verblijf in de Belgische stad in 1899, toen hij zelf 19 jaar oud was.

"Mareye" - let op de acrostichon-samenstelling van het gedicht - wordt erkend als de eerste muze van de man die later het beroemde Chanson du Mal-aimé et de Calligrammes zal schrijven. Helaas, de idylle tussen William en zijn Mareye zal niet langer duren dan een zomer: op 5 oktober 1899 vertrekt Apollinaire naar Parijs zonder het pension te betalen waar hij met zijn broer woonde.

Tegenwoordig is de Abdij van Stavelot de thuisbasis van het Museum Guillaume Apollinaire, het enige museum ter wereld dat is gewijd aan de dichter. Dompel jezelf onder in de wereld van deze meester van woorden dankzij een reis door Apollinaires biografie en een blik op sommige originele manuscripten. Maar ook de periode 'na Stavelot', meer bepaald Apollinaires ervaring met de Eerste Wereldoorlog, is in dit museum bijzonder goed gedocumenteerd. Toegegeven, dat deel van zijn leven oogt een stuk minder poëtisch dan de liefdesgeschiedenis...

© Maria Dubois, ETC, Abdij van Stavelot

244 musea

Je kan meteen elk van onze musea binnenwandelen voor een bezoek. Niet 1 keer, maar zo vaak je maar wil!

Ontdek alle musea

314 tentoonstellingen

Bovendien kan je ook gratis of voor een kleine meerprijs unieke tentoonstellingen bezoeken in onze musea.

Ontdek alle tentoonstellingen

1 museumpas

Dit alles met slechts 1 pas. Vraag ernaar in een van onze musea of bestel hem hier.

Koop de museumpas
Mijn museumpas
Meld je aan voor de digitale museumpas